Struinen op de ‘Savanne’
Twee weken geleden was ik met mijn vriendin op Terschelling. Ik ben er nu een paar keer geweest en ik merk dat ik verliefd begin te worden op het eiland, met name omdat delen nog behoorlijk ongerept aanvoelen, zonder aangelegde paadjes, maar wel open om te lopen waar je wilt. Ook over de duinen en de ‘savanne’ ook waar runderen en paarden vrij rond lopen. Dat kom je niet vaak meer tegen in Nederland.
Op de eerste dag maakten we een prachtige wandeling. We struinden door lage grassen, mossen, duinzand. Moesten op gegeven moment om een flinke groep runderen heen. De 25 meter afstand tot de dieren die je als wandelaar moet proberen aan te houden, ging deze keer echt niet lukken, omdat de strook waar we wandelden aan beide zijden beperkt was door lange drassige stroken met ondoordringbare bosjes. Gelukkig bleven ze rustig staan, grazend, af en toe op kijkend naar wie hun territorium nu weer betrad.
We hielden de app Komoot een beetje in de gaten, zodat we niet ineens onszelf klem zouden lopen, zoals mijn vriendin een paar jaar geleden had. Het pad waar ze over liep werd steeds minder zichtbaar, maar vol vertrouwen wandelde ze verder. Tegen de tijd dat ze de weg naar huis probeerde te vinden, bleek ze keer op keer ingesloten; de ene keer door water of bosjes, de andere keer door een compacte groep runderen, dan weer door loslopende paarden die onstuimig aan het rennen en bokken waren of door – zowaar – een prikkeldraad afzetting. Het duurde haar nog zeker anderhalf uur voordat ze de weg eruit had gevonden. Google maps bood toen geen soelaas en Komoot kende ze / bestond nog niet.